8 februari: Prediker 11,1-8

Zaai van de morgen tot de avond. Laat je hand niet rusten, want je weet niet of het zaad de ene of de andere, of elke keer ontkiemen zal. Prediker 11:6

Je hebt mensen die willen eerst alles zeker weten voordat ze ergens aan beginnen. Daar zit natuurlijk wel iets in. Je kunt je tijd, je energie en je geld maar één keer uitgeven. Dus let een beetje op waar je het in investeert. Niet voor niets zegt Jezus ergens: als je een toren wilt gaan bouwen kun je maar beter even van te voren nadenken. Het zou jammer zijn als je halverwege het project erachter komt dat je het niet voltooien kunt. Maar je kunt het ook overdrijven.

Prediker is heel nuchter. Soms lukken de dingen en soms niet en het is lang niet altijd te achterhalen waar dat nu precies aan ligt. Voor overbezorgde mensen of mensen met een perfectionistische inslag is dat iets verschrikkelijks. Niet zelden is de productiviteit van perfectionisten dan ook zeer laag: ze doen gewoon niets tenzij ze zeker weten dat er winst te behalen valt. Maar op zijn heldere momenten realiseert de perfectionist zich dat hij vele kansen voorbij heeft laten gaan.

Wij zijn calculerende mensen geworden. Dat heeft veel zegen gebracht. Maar je kunt overdrijven. Dan verdwijnt de spontaniteit, dan blijft alleen het voorstelbare en het voorspelbare over. En je loopt het risico met lege handen te staan.

Jezus vertelt een gelijkenis. Over een zaaier die precies doet wat Prediker hier adviseert. Met brede gebaren wordt gezaaid. Ook op plekken waar niet direct winst te verwachten is. Wij zouden zeggen: die man moet maar eens naar een landbouwhogeschool om een lesje verantwoord ondernemen te krijgen. Met brede gebaren zaaien. Het is een beeld voor God. Die continu aan het werk is om zoveel mogelijk evangelie te laten ontkiemen.

Hoe meer je zaait, hoe groter de kans dat er iets opkomt. Een mooie gedachte om mee aan het werk te gaan!

Prediker 9

Dus…geniet…

Het is misschien even schrikken om zo aan de dag te beginnen. Prediker confronteert ons met de onvermijdelijkheid van de dood. Niets zo democratisch als de dood. Niets zo zeker als de dood. En het enige voordeel dat de levende heeft boven de dode is dat de levende weet dat hij dood gaat, terwijl de dode zelfs dat niet meer weet. Het is goed om te bedenken dat Prediker soms cynisch uit de hoek komt. Als dat je hoop is…

Het ‘dus’  van vers7 komt nogal uit de lucht vallen. We gaan allemaal dood, dus eet met vreugde, drink met vrolijk hart en geniet. Je zou ook kunnen vervallen tot een soort depressieve gemoedstoestand: als we toch allemaal dood gaan, wat heeft het leven dan nog voor waarde?

Prediker pleit voor genieten. Ik herinner me een feestartikelenwinkel waar je verschrikkelijke wandtegeltjes kon kopen. Een van die tegeltjes was bedrukt met de tekst: in de hemel is geen bier, daarom drinken we het hier. Als je onnauwkeurig leest, zou je kunnen denken dat dat is wat Prediker hier zegt.

Prediker heeft het over ‘vreugde’, over een ‘vrolijk hart’. Als je denkt dat je dagen eindeloos zijn, is het niet moeilijk om zinloos en hersenloos te genieten. Als je wilt verdringen dat je dood gaat, is comazuipen een optie. Maar weten dat je met de dood in je lijf rondloopt en dan met vreugde genieten van de gewone dingen… Iedereen die te horen heeft gekregen dat zij nog maar kort te leven heeft, kan je vertellen dat met vreugde genieten dan nog steeds mogelijk is, maar dat het zeker niet oppervlakkig is en ook niet altijd makkelijk.

Uiteindelijk heeft het genieten van Prediker te maken met God. Als je geniet, ziet God dat met welbehagen aan. Dat is een zinnetje waar calvinisten het moeilijk mee kunnen hebben. Dat God het met welbehagen aanziet als ik me een slag in de rondte werk, als ik bid en bijbellees, als ik mijzelf in dienst stel van anderen; daar kunnen we ons iets bij voorstellen. Maar dat God met blijdschap ziet hoe wij genieten, omdat wij zo zijn bedoelingen verwerkelijken, dat is iets waar je misschien aan wennen moet. Toch is dat het grote doel waarmee God de wereld geschapen heeft. Dat er vreugde zou zijn. Dat er genoten zou worden. Zonde is dat vreugde verstoord en belemmerd wordt.

Nog even over dat woordje ‘genieten’. Ik las ergens dat het Hebreeuwse woord voor ‘genieten’ een intensieve vorm van het woord ‘zien’  is. Indringend zien.Dat is genieten. Niet oppervlakkig je blik laten gaan over iets of iemand, maar het echt zien. Niet de wijn naar binnen klokken, maar proeven. Misschien genieten wij wel zo weinig en oppervlakkig, omdat we de tijd niet nemen echt te zien. Wat dat betreft heeft de beweging van ‘mindfulness’ wel een punt. En nu ga ik genieten van een bak koffie! En breng mezelf dan te binnen dat God daar dan weer van geniet! Bijzonder!

Prediker 8

maar bij alles wat God doet onder de zon, zo heb ik ingezien, doet Hij wat Hij doet. De mens is niet in staat de zin ervan te vinden. Prediker 8:17

Er is een spanning in de bijbel die te maken heeft met onze kennis van God. Aan de ene kant is duidelijk dat God ons voldoende heeft geopenbaard om te kunnen zeggen dat wij Hem wezenlijk kennen. Met als hoogtepunt de komst van Jezus Christus. In die zin weten wij alles over God wat wij moeten weten. Maar dat wil niet zeggen dat wij alles over God weten wat er te weten valt. En van die tweede lijn getuigt Prediker onder andere in het vers dat hierboven staat.

Ja, het is mogelijk om intieme kennis van God te hebben, maar Gods wegen zijn en blijven hoger dan onze wegen (Jesaja 55). Je hoort weleens mensen over God praten op een manier dat je denkt: hebben ze soms met God op school gezeten? Je hoort mensen wel eens praten over Gods handelen op een manier dat je denkt: hebben ze God soms aanwijzingen gegeven hoe Hij het doen moest?

Zeker theologen kunnen de woorden van Prediker ter harte nemen. Het is hun taak om een beetje fatsoenlijk na te denken over God en dat het liefst ook wat systematisch. Maar zo gauw je denkt God in een systeem gebracht te hebben, weet je dat het niet meer over de God van Israël gaat.

Prediker klinkt soms minder vroom dan we het gewend zijn. Maar hij is er niet minder gelovig om. Hij is wel bescheiden. Niet uit gemakzucht, maar uit ervaring.

De dogmaticus Berkhof was dit ook en opende daarom zijn dogmatiek met een gedicht van Tennyson:

Strong Son of God, immortal LoveWhom we that have not seen Thy face
By faith and faith alone embrace
Believing where we cannot prove

 

Our  little systems have their dayThey have their day and cease to be
They are but broken lights of Thee
And Th ou o Lord art more than they.

(eventueel ook lezen Psalm 119, 1-32 en Johannes 19,31-einde)

5 februari: Prediker 7,15-29

wie ontzag voor God heeft, ontsnapt aan al te veel rechtvaardigheid en ook aan al te veel onrechtvaardigheid Prediker 7:18

Ik heb als kind al vroeg de oubollige spreuk geleerd dat alles waar ‘te’ voor staat verkeerd is (behalve ‘tevreden’). Dat een spreuk oubollig is, wil nog niet zeggen dat hij niet waar is.

In de kerkgeschiedenis zie je steeds weer de discussie opduiken tussen de ‘rekkelijken’ en de ‘preciezen’. Er zijn mensen die maken van de bijbel een wetboek van strafrecht en ontwerpen een spitsvondig systeem waarin elke handeling minutieus en conscientieus gewikt en gewogen wordt. Alle speelsheid is dan uit het leven verdwenen. Aan de anderen kant kom je gelovigen tegen die vinden dat je al snel te moeilijk doet en die zich weinig gelegen laten liggen aan de betekenis van Gods Woord voor het dagelijks leven. Je kunt te rechtvaardig zijn. Zo zeer zelfs dat het verstikkend wordt. Mensen ervaren het verlaten van de kerk dan als een enorme opluchting. Je kunt ook al te onrechtvaardig zijn. Dan is je geloof misschien een soort cultureel gewaad geworden dat weinig tot geen kritische functie heeft richting de manier waarop je leeft. Wees geen moralist en wees geen relativist.

Prediker wijst een derde weg. Ontzag hebben voor God. Het gaat om de persoonlijke omgang met God. In de omgang is ruimte, maar ook toewijding. Met een variant op een woord van Jezus: de regels zijn er ter bescherming van de relatie en niet andersom. Dat je ook vandaag weer onder de indruk zult komen komen van God! Een mooi voornemen.

(eventueel ook lezen Psalm 5 en 6 en Johannes 19,17-30)