Als ik dan omkom, dan kom ik om. Esther 4:16
De multiculturele samenleving is geen uitvinding van de twintigste eeuw. En dat een multiculturele samenleving spanningen met zich meebrengt is ook niet iets nieuws. Het boek Esther gaat ook over de thema’s van aanpassing en jezelf blijven.
Esther is een Jodin. Om een bestaan aan het hof op te bouwen, zal zij zich verregaand moeten aanpassen. Hoe ver kun je jezelf van je wortels vervreemden zonder je van jezelf te vervreemden? Hoeveel aanpassing kun je met je geweten verenigen? Dat zijn spannende vragen waar elke immigrant voor komt te staan. Hoe loyaal word ik aan mijn nieuwe omgeving en hoe loyaal blijf ik aan mijn oude omgeving. Maar ook als gelovige zul je deze spanning herkennen. Je leeft in de wereld, maar je bent niet van de wereld. Je wilt de Joden een Jood zijn en de Grieken een Griek, maar wel als christen.
Hoe verder je je verwijdert van je wortels, hoe moeilijker het wordt loyaal te zijn aan het nest waar je uit komt. Haar volksgenoten lopen gevaar. Maar als Esther ongevraagd op moet komen voor haar volksgenoten. loopt zij zelf gevaar. Mordechai geeft opnieuw advies. Geen vriendelijk of aangenaam advies. Het komt erop neer dat hij zegt: denk maar niet dat jij de dans zult ontspringen als de Joodse bevolking wordt uitgeroeid. Je bent immers zelf Jodin. Maar ook suggereert Mordechai dat Esther niet voor niets op de plaats zit waar zij is. Mordechai zegt niet: het is Gods wil dat jij… Nee, dat is veel te massief voor dit boek. Mordechai werpt een mogelijkheid op. Èn, Mordechai vertrouwt op verlossing, vanuit welke kant dan ook.
Esther is een moedige vrouw. Als ik dan omkom, dan kom ik om. Wat nuchter. Ze is zich bewust van het feit dat er mogelijk een grote prijs betaald moet worden voor verlossing. Zij is bereid die prijs te betalen. Zij is precies het spiegelbeeld van Izebel, die het leven van een ander verwaarloosbaar vond als dat zo uitkwam. Esther zet haar eigen leven op het spel.
De vraag die Kaïn in Genesis 4 aan God stelt, ‘Ben ik mijn broeders hoeder?’ – die vraag die Kaïn met ‘nee’ lijkt te beantwoorden – die vraag beantwoordt Esther met een duidelijk en moedig ‘ja’. En zo beantwoordt zij aan Gods bedoeling met de mens: dat wij verantwoordelijkheid voor elkaar zouden nemen. Zo wijst Esther in de richting van Jezus Christus, die toen Hij de hemel verliet, zei: “kom ik om, dan kom ik om”. Hij kwam om en redde zo zijn volk.